Het online tonen van verpakkingen voor effectieve verkoop

Het aantal webshops in Nederland is in 2023 ongeveer 85.000. Daarvan is ruim 20% een fashionwinkel, ruim 16% een webshop met non-foodartikelen en bijna 10% van het totaal aantal webshops wordt gevormd door de voedingsbranche. Consumenten besteden tot 33 miljard euro per jaar aan online aankopen, dat is ongeveer 12% van het totaal aantal aankopen. Deze cijfers geven aan dat het kopen van producten online zeer relevant is.

De producten in de webshops hebben daarbij een grote communicatieve waarde. Producten die de consument al eens heeft gekocht, zijn bekend bij de consument waardoor de

producten in een fysieke winkel

consument weet wat hij of zij koopt. Nieuwe producten online kopen betekent voor de consument ‘goed kijken’ en ‘vergelijken’ en ‘attributen van het product zoeken’ om een idee te krijgen bij het product. In een fysieke winkel wordt het product ‘gepakt’, ‘gevoeld’, ‘geroken’ en ‘bekeken’. Alle zintuigen die van invloed zijn bij een aankoop kunnen worden ingezet in een fysieke omgeving. In een online omgeving is dat niet het geval. Een online product is alleen zichtbaar voor enkel de ogen. Eventueel kan er een audiofragment aan het product worden toegevoegd, zodat het ook hoorbaar is. Maar het voelen en ruiken en pakken is er niet bij. Online hebben, zeker de voor de consument nieuwe, producten een achterstand ten opzichte de producten fysiek in een winkel.

Online zijn de verpakkingen kleiner

De verpakkingen van een product zijn altijd al belangrijk geweest. Het design van de verpakking zorgt voor herkenning, voor de vindbaarheid van een product en voor uitstraling van het product. De kennis van verpakkingsontwerp is vooral kennis over fysieke branding en verpakkingen in de winkel. De kennis van verpakkingsontwerp en zichtbaar laten zijn van het product voor online shoppen, is kleiner.

De verpakkingen van producten worden online veel kleiner getoond, ongeveer een kwart van de werkelijke grootte, waardoor de shopper weinig meer ziet dan alleen de kleur. De productinformatie is bijvoorbeeld onzichtbaar en het blijkt dat de meeste consumenten niet doorklikken voor meer informatie, waardoor de beslissing wordt gemaakt op een beeld dat niet leesbaar is. Wanneer het een product is dat voor de consument bekend is omdat er reeds ervaring is met het product, dan zal de consument het product zonder twijfel in de winkelwagen plaatsen. Maar bij een nieuw product, dat onbekend is, zal de consument twijfelen.

De resultaten in een onderzoek van het ontwerpbureau Yellow Dress Retail en het bureau voor neuromarketing Neurensics gaven aan dat consumenten in een online supermarkt alleen de voor hen bekende producten kopen. Daardoor missen de online supermarkten de impulsaankopen, die voor fysieke supermarkten toch bijna voor een derde van de omzet zorgen.

De 4W’s voor een online verpakking

Een onderzoek door de Cambridge University in samenwerking met onder andere Unilever resulteerde in een aanbeveling om een aantal elementen van de verpakking te tonen op de website, zodat het voor de consumenten zichtbaar wordt: de zogenaamde Mobile Ready Hero Image. De MRHI vertegenwoordigt een fysiek product/verpakking dat is geoptimaliseerd voor online gebruik. De afbeeldingen mogen afwijken van de originele verpakking, maar ze moeten wel de meest relevante elementen bevatten die het product herkenbaar maakt. Het onderzoek van de Cambridge University resulteerde in een beschrijving van 4W’s die essentieel zijn bij het weergeven van de verpakking van een product op de (mobiele) website:

  1. Wie is het merk? Het gaat hier om de merknaam die herkenbaar is voor de consument.
  2. Wat is het product? Dit onderdeel refereert aan het type product: een shampoo, een ijsje, een frisdrank enz.
  3. Welke variant is het? De derde W geeft aan om welke smaak dat het gaat of geur, het gaat om het karakteristiek onderdeel van het product dat het ‘anders’ maakt.
  4. Wat is de grootte/inhoud? Hierbij gaat het om het formaat, of de inhoud in ml of de grootte van het product of het aantal dat in de verpakking zit.
De 4 w's voor het afbeelden van producten online
De 4 W’s voor het creëren van een online afbeelding van het product (Bron: https://ecommerce.inclusivedesigntoolkit.com/introduction/4w.html)

Onderzoek naar de brain friendly verpakking

Het onderzoek van Neurensics en Yellow Dress Retail borduurde voort op dit laatste onderzoek. De onderzoeksvraag voor Neurensics en Yellow Dress Retail was: wat is de ‘meest brain friendly verpakking’? In het onderzoek werden zes merken zonnebrand gebruikt in vier verpakkingsvarianten:

  1. Fysieke winkelverpakking
  2. Online minimalisatie van de verpakking
  3. Virtuele verpakking (nieuw ontwerp) zonder achtergrond
  4. Virtuele verpakking (nieuw ontwerp) met achtergrond van zonnestralen

De proefpersonen in het onderzoek kregen in een MRI-scan 24 varianten te zien. Uit de scans bleek dat de hersenactiviteit bij de twee brain friendly verpakkingen sterk overeenkomt met die van de fysieke verpakking.

Op de fysieke verpakking zijn relevante elementen van de verpakking zichtbaar. Wanneer de verpakking wordt verkleind voor een webshop zijn de elementen waarop een beslissing wordt gemaakt door consumenten niet meer leesbaar. Een ‘virtuele’ verpakking biedt dan uitkomst.
De Sun Protection Lotion Spray van de Etos op de webshop van Etos.

Het onderzoek van Neurensics en Yellow Dress Retail is van een aantal jaar geleden. Sindsdien heeft bijvoorbeeld Etos de verpakking van de zonnebrand aangepast. De relevante elementen zijn duidelijker zichtbaar op de afbeelding, ook online. Maar vooral de tekst bij de afbeelding toont de 4W’s: Etos (wie), Sun Protection (wat), Lotion Spray SPF 50 (welke) en 200ML (wat is de inhoud). Een kanttekening bij deze online beschrijving is dat een consument nu wel moet weten dat SPF waarschijnlijk staat voor Sun Protection Factor.

De nieuwe succesfactor ‘Salience’ meetbaar maken voor de online presence

De Grote Marketing Enquête 2021, een survey van Adformatie en DVJ Insights onder marketeers, geeft een opvallend resultaat. De ‘Salience’ wordt als nieuwe metric opgenomen door de marketeers. Het opvallende daarvan is dat het hier niet gaat om korte termijn resultaten binnen de marketingcommunicatie, maar juist om een wat langere termijn. Terwijl in de afgelopen jaren de metrics voor de kortere termijn zoals ‘clicks’ en ‘conversie’ belangrijk waren. De metric ‘salience’ is meetbaar via surveys. Omdat een groot deel van de marketingcommunicatie online, via websites, plaatsvindt, is het interessant om te kijken of salience ook voor de online presence meetbaar is.

Salience is een nieuwe succesfactor
Een nieuwe succesfactor of stuurvariabele is salience voor doelstellingen die met naamsbekendheid en branding te maken hebben. Wanneer een organisatie de ontwikkeling van het merk als doel heeft, dan kan salience een succesfactor zijn. Salience is de mate waarin een merk wordt opgemerkt, of aan wordt gedacht. Salience gaat over opvallen en op het juiste moment in het brein van consumenten zitten, vooral wanneer de consument in een koopsituatie zit. Het meten van de merkontwikkeling of salience, gaat met behulp van surveys. Onderzoeksbureau Blauw heeft een onderzoek ontwikkeld waarmee de salience kan worden gemeten.

salience
Metric
Succesfactor
Balanced Scorecard voor Online Presence
Salience gaat over opvallen, opmerken en op het juiste moment in het brein
van consumenten zitten.

Salience als fundament van de merkpiramide
Kevin Keller noemt een aantal blokken waaruit een merkpiramide bestaat. Salience is daarin het fundament of het blok waarop de piramide wordt gebouwd. Het gaat om de diepe en brede kennis van het merk. Andere blokken zijn onder andere merkidentiteit en imago. Maar de basis is brand salience: in een koopsituatie denkt de consument aan het merk. De vraag is of salience ook op de kortere termijn en online kan worden gemeten. Om bijvoorbeeld snel in te kunnen grijpen, als blijkt dat het vastgestelde doel van de online presence mogelijk niet behaald gaat worden.

Het doel van een website
Iedere website heeft een doel. Althans zo hoort het wel te zijn, anders is het zonde van alleen al de hostingskosten of de tijd die in de website is gestoken. Voor de webshop is het doel ‘eenvoudig’ aan te geven: conversie. De webshop is er op gebrand om veel gebruikers binnen te krijgen en dat het conversiepercentage zo hoog mogelijk is. Voor een andere website, of online presence, is het vaststellen van het doel vaak wat lastiger. Bijvoorbeeld de website van een merk, zoals Hertog Jan of Coca Cola, geeft veel informatie. Wat is dan het doel van deze informatie? Inspireren? Overtuigen? Gebruikers aanleren op welke manier het product is te gebruiken? Of wat is het doel van een website als groot-rotterdam.nl, een hengelsportvereniging in en om Rotterdam?

Balanced Scorecard voor Online Presence
Het doel van de website is relevant om de effectiviteit van de website vast te kunnen stellen. Anders zeggend: de effectiviteit van een website geeft aan of het doel van de online presence wordt gerealiseerd. Daarom is het belangrijk om het doel van de website te kennen, maar ook om te bepalen op welke variabelen gestuurd kan worden, zodat er op tijd bijgestuurd kan worden. Dus: met welke factoren kan het bereiken van het doel worden beïnvloed of bijgestuurd. Een goed hulpmiddel daarbij is de Balanced Scorecard voor Online Presence. Met de Balanced Scorecard voor Online Presence worden de doelstellingen vertaald naar de succesfactoren, dat zijn de stuurvariabelen waarmee dagelijks gezien kan worden of de, vaak langere termijn, doelen gerealiseerd gaan worden. De succesfactoren worden meetbaar gemaakt met behulp van metrics, de key performance indicators (KPI’s).

In het voorbeeld van de webshop zijn succesfactoren om te kunnen bepalen of de doelstellingen worden gerealiseerd de ‘gebruikers’ en de ‘conversie’. Die stuurvariabelen kunnen worden gemeten met KPI’s als ‘# gebruikers’ en het ‘conversiepercentage (aantal converterende gebruikers ten opzichte van het totaal aantal gebruikers)’. Als bijvoorbeeld de doelstelling een verhoging van het aantal verkopen is, dan kan er gekeken worden hoeveel gebruikers er nu zijn in de webshop en hoeveel er, bij een gelijkblijvende conversie, meer moeten zijn om de verhoging van het aantal verkopen te realiseren. Dat totale aantal van een jaar kan gedeeld worden door twaalf om het aantal maandelijkse gebruikers te kennen. Of zelfs per week of per dag. Daardoor ontstaat er al snel inzicht, eigenlijk per dag, of de doelstellingen worden gerealiseerd en kan er op tijd worden bijgestuurd.

Voor een andere online presence, anders dan de webshop, werkt het in principe hetzelfde. Doelstellingen van de online presence worden vastgesteld, die worden vertaald naar succesfactoren en deze worden ‘meetbaar gemaakt’ met behulp van KPI’s. Echter, de doelstellingen zijn vaak minder ‘hard’ dan bij een webshop. Een doelstelling als ‘gevoel krijgen voor een product’ is lastiger te vertalen in succesfactoren: variabelen die de doelstelling kunnen aansturen.

Salience lastig ‘online’ meetbaar
Online, en op korte termijn, is de salience lastig meetbaar doordat de succesfactor kwalitatief van aard is. Salience is vooral verbonden met doelstellingen die ingaan op de naamsbekendheid van een product en ‘branding’. Salience geeft aan dat wanneer de consument in een koopsituatie zit of zich wil verdiepen in een problematiek, het merk dat een oplossing kan bieden bij de consument te binnen schiet. Dat zou betekenen dat de salience voor de online presence, meetbaar gemaakt kan worden door de metric ‘direct verkeer’. Alle gebruikers op een website komen ‘ergens’ vandaan. Dat kan zijn via een zoekmachine of via een link op social media of ook doordat de gebruikers de domeinnaam direct hebben ingetikt. De laatste groep gebruikers vallen onder direct verkeer. Wanneer het directe verkeer toeneemt op een website, zou het kunnen zijn dat de salience is toegenomen: de consument denkt in een bepaalde situatie direct aan een website en tikt de url in. Bijvoorbeeld: iemand heeft behoefte aan een spijkerbroek en tikt direct PME in om een spijkerbroek te kopen. Of iemand wil een product kopen, maar wil eerst kijken waar het product de laagste prijs heeft en tikt vergelijk.nl in.

De metric ‘#gebruikers direct verkeer’ om salience te meten, is echter niet sterk. Wanneer, zoals in het voorbeeld een gebruiker denkt aan het kopen van een spijkerbroek en aan PME denkt, dan is het intikken van pme.com of pme.nl niet juist. De gebruiker komt dan op een geheel andere website dan verwacht. In dit voorbeeld is de domeinnaam wat ingewikkelder, namelijk pme-legend.com, waardoor het directe verkeer niet persé hoger wordt, terwijl aan het merk PME mogelijk wel als eerste wordt gedacht in de aankoopsituatie. Een andere metric om de salience online te meten, is er niet.

Salience als succesfactor voor online presence niet bruikbaar
De succesfactor salience is ‘offline’, met behulp van surveys, goed meetbaar en daardoor goed bruikbaar om de effectiviteit van de marketingcommunicatie te meten en te sturen. Online is de trend van de factor ook meetbaar door gebruik te maken van de metric ‘#gebruikers direct verkeer’. Echter deze metric heeft geen hoge betrouwbaarheidsmarge, waardoor de effectiviteit niet bepaald kan worden. Dat betekent dat salience, als opkomende metric volgens de Grote Marketing Enquête 2021, binnen de online presence niet goed gemeten kan worden. En dat is jammer, omdat juist bij de online presence direct zichtbaar is of doelstellingen gerealiseerd gaan worden.

De invloed van Influencermarketing op het koopgedrag van de consument

Influencermarketing – een vorm van marketing waarbij er een persoon wordt ingezet om invloed uit te oefenen op het gedrag van een groep mensen – heeft een enorme vlucht genomen. De definitie van het WOMMA (Word of Mouth Marketing Association) voor een influencer is: een persoon die een bovengemiddelde invloed heeft op het (koop)gedrag van (andere) consumenten.

influencers
Met influencers kan er krachtig worden gecommuniceerd

Kenmerkend aan dit tijdperk is dat consumenten zich sterk laten beïnvloeden door de mensen in hun omgeving. Hoewel mond-tot-mondreclame al van oudsher een effectief marketingcommunicatie instrument blijkt te zijn. Influencermarketing werkt in principe hetzelfde, alleen worden consumenten tegenwoordig beïnvloed op online platforms zoals YouTube en Instagram waar ‘influencers’ een groot aantal volgers hebben.

Maar hebben influencers echt zoveel invloed op de besluitvorming als wordt beweerd? In dit artikel wordt de effectiviteit van influencer marketing onderzocht. Hoe effectief is influencermarketing op hedendaagse aankopen van consumenten?

Het effect van influencermarketing op generatie Alpha

Volgens het ‘Generation Alpha rapport’ is influencermarketing een effectief instrument in de hedendaagse marketing richting de volgende generatie kopers. Het rapport richt zich op de effectiviteit van influencermarketing op 6 tot 16 jarigen. Uit de resultaten blijkt dat de invloed van influencers toeneemt onder deze doelgroep. Waar vroeger voornamelijk ouders en vrienden de meeste invloed hadden op het koopgedrag, blijkt dat influencers tegenwoordig hier de meeste invloed op hebben. 57% van de respondenten gaf aan dat zij producten eerder kopen op het moment dat hun favoriete influencer het aanprijst. Daarbij gaf 55% aan dat zij de boodschap van een influencer eerder aanneemt, omdat zij zich met hem of haar kan identificeren. Hieruit blijkt hoe groot het effect is dat influencers hebben op deze groep.

Het effect van word-of-mouth

Daarnaast zou influencermarketing effect hebben op hedendaagse aankopen wegens het word-of-mouth principe. Dit principe houdt in dat aanbevelingen van andere mensen als betrouwbaarder worden ervaren dan reclames waarin bedrijven zichzelf aanprijzen. Uit onderzoek blijkt dat 84% van de consumenten aanbevelingen vanuit influencers als betrouwbaar ervaart. Dit komt door de persoonlijke relatie die een influencer opbouwt met haar achterban. Daarbij heeft een onderzoek van OBI4WAN vastgesteld dat het word-of-mouth principe leidt tot 50% meer aankopen ten op zichtte van advertenties die vanuit een bedrijf worden verzonden. Om deze redenen beïnvloedt influencermarketing het koopgedrag van hedendaagse consumenten.

Zalando heeft baat bij offline SEO

Het optimaliseren van een website voor de zoekmachine is vooral een digitale problematiek. Iedere organisatie probeert de website zo in te richten dat deze bovenin de zoekresultaten verschijnt bij een relevant zoekwoord. Google, als meest gebruikte zoekmachine in Nederland, heeft een systeem, een algoritme, dat er voor zorgt dat goed geoptimaliseerde websites bovenin komen en minder goed geoptimaliseerde websites op pagina 2 of verder van de zoekresultaten. Het kan dus zijn dat een kleine organisatie die haar website heel optimaal heeft gemaakt, de grotere en bekende organisaties voorbij gaat. Zalando, ondertussen geen kleine organisatie meer, maar wel een heel jonge zalando telegraaforganisatie, streeft alle webshops voorbij en staat voor belangrijke zoekwoorden bovenin de zoekmachines. Dat is knap. Met algemene zoekwoorden als ‘damesschoenen’ en ‘herenschoenen’ de eerste plek in de organische zoekresultaten hebben (gekeken: 17 maart 2013).

Zelfs de offline communicatie van Zalando heeft invloed op de optimalisatie van de webshop. Deze uitspraak verdient wel een uitleg. Bij search engine optimalisation (SEO) wordt de website of de webshop geoptimaliseerd voor de zoekmachine, zodat wanneer een gebruiker van Google een zoekwoord intikt, de website als resultaat wordt getoond. En het liefst zo hoog mogelijk, omdat de meeste gebruikers slechts de eerste pagina van de zoekresultaten gebruikt voor het maken van een keuze om door te klikken. Zodra een gebruiker een zoekwoord intikt, zoekt de robot van de zoekmachine naar de meest geschikte websites. Dat zijn de websites die het zoekwoord in de tekst gebruiken, die dagelijks nieuwe content hebben, die interne links hebben Lees verder

Kosten voor een mega push-up

De kosten voor een online campagne zijn lager dan voor een offline campagne. Dit is een veelgehoorde opmerking en het is een onderzoek waard of dat het onder de streep, wanneer alle kosten zijn opgeteld, ook waar is. Er zal ook rekening gehouden moeten worden met effectiviteit van de campagne: wordt de juiste doelgroep bereikt. Bovendien zijn ‘goede’ campagnes geïntegreerd, offline en online gaan samen. Dan is het al weer lastiger te berekenen welke kosten waar bij horen. De outdoorreclame dat een webshop, maar ook een stenen winkel, ondersteund, hoort bij de offline kosten. Maar de reclame heeft wel degelijk invloed op het online koopgedrag. De kosten, en ook de opbrengsten, lopen door elkaar heen.

Los van dit probleem blijft de vraag of een ‘pure’ online campagne goedkoper zal zijn dan een ‘offline’ campagne. Er zijn geen drukkosten en geen plaatsingskosten, er zijn geen inkoopkosten voor zendtijd. Dat klopt. Er zijn wel personeelskosten voor bijvoorbeeld de social media en het reputatiemanagement. Een goed voorbeeld is een campagne van de Hema van eind 2011. Zonder inzicht in de kosten te hebben, wordt wel duidelijk dat de online campagne niet ‘zonder kosten’ is geweest en dat er andere kostensoorten zijn dan met een pure offline campagne.

HEMApushupDe missie van het merk HEMA is het dagelijkse leven van mensen leuker en makkelijker maken. Eind 2011 introduceert de HEMA haar mega push-up beha: een beha die voor twee cupmaten extra zorgt. Op het moment dat HEMA deze beha introduceert, zijn zij niet de eerste. De concurrenten hebben ook al een dergelijk product in hun assortiment. De beha is in diverse maten te koop in de winkels van de HEMA en via de webshop op hema.nl.

Drie uitgangspunten vormen de basis van de strategie van de HEMA. Ten eerste is het Lees verder